Tag: Tranen

Blij met een brede grijns
werd ik
en hevig jaloers
maar toch blij, zo dicht bij mij
niet helemaal, vandaar
je keek tevreden, geamuseerd
zag er goed uit
en had een groen geruite pet op
die past dan bij mijn jaloers zijn
groen van jaloezie
is het spreekwoord
zou je mij kunnen vertellen waarom
je niet in MIJN droom kwam
en wel in de zijne
tenslotte mis ik jou het meest
pleng ik de dagelijkse tranen
voor jou, om jou
het zal MIJN ego zijn
dat nukkig, als een ontevreden kind
stampend de trap op gaat

met deuren slaat
verdorie de snoeppot pakt
vergeef mij zoon

zo elke dag zonder jou
het zal denk ik nooit wennen.

Het kan zomaar gebeuren dat
hoewel je genoeg afleiding hebt om niet
toch onverhoopt een traan de weg vindt
richting je voeten
die opeens loodzwaar aanvoelen
alsof vol modder
van het bospad waar je over liep
herkenbaar geluid van brekend glas
bereikt je oren, dwars door het geruis heen
het is je hart maar, geen zorgen,
een treurige bekende klampt zich vast
aan vermoeide schouders, schudden helpt niet
schudden wil je niet
moedig ga je in op de uitnodiging om wel
dus, terwijl twee nijlganzen landen op het water,
perfect ballet, hou jij de hand vast van de kennis
wiegend, aanvaardend, tot het schokken stopt
en het feit opnieuw
aanvaard wordt
telkens weer.



Weet je nog

die keer

die wachtkamer

waar stille tranen

langs jouw wangen

op de grond vielen

terwijl die jongen onthutst naar je keek

klauwde de duisternis

al naar jouw ziel


weet je nog

die keer

dat ik je voor het laatst heb getroost

jouw haren streelde

jou vertelde het komt goed

terwijl jouw schouders schokten

haakte het duister

zich vast aan jouw ziel


weet je nog

die keer

dat ik mij liet gaan

liet zien hoe verscheurd

alleen de gedachte al

terwijl jij mij onhandig vasthield

en ik snikte op

het ritme van jouw hart

won de duisternis het

van mijn onmachtig moederhart


weet je nog

toen ik nog elke dag

onbevangen lachte

en zong

de trap op rende

iets grappigs vertelde

terwijl jij naar mij luisterde

voelde ik mij verlicht

geliefd en compleet


niet duister

aan flarden

verloren