Categorie: Poëzie

Groei

Als ik naar die einder kijk
grandeur
zo’n laatste toegift aan het einde
van het theaterstuk
dan kan ik niet anders
dan concluderen
dat een einde nooit
een afscheid is
slechts een nieuwe
aanzet
van iets dat nog fraaier kan zijn
nog spectaculairder
mits wij onszelf toestaan
door de donkerte heen te gaan
door een koude tijd
die lef vraagt
opdat wanhoop plaats maakt
voor hoop
waar wij ons eigen licht
laten schijnen op anderen
en waar uiteindelijk
ontplooiing begint


Kind in mij

Escher’s trappen om ons heen
jouw kleine voetje stapt
mis
aan jouw bretels hou ik je amechtig
vast
boven het trapgat
mijn armspieren protesteren
ik
hoop dat de elastieken
banden aan het korte broekje
je lijfje
kunnen dragen, trek je naar
boven
spartel niet alsjeblieft
stil nou, ik heb je
kom maar, tegen mijn borstkas aan
ik laat je nooit meer los

In mijn armen hou ik je vast
op zoek naar een flesje
melk
ik ben je te lang vergeten
je ogen mat, berustend
door paniek bevangen vraag ik
iedereen
waar haal ik voeding
in een kar ligt een
pistool

verschrikt leg ik het doek erover
terug
mijn zelfgemaakte draagzak
kan jouw gewicht niet
dragen
ik alleen kan voor jou zorgen

zodat
je niet wegkwijnt

lief kind
we zijn bijna thuis




Iets laat mij, tijdens het eten
op staan en naar buiten gaan

in de schemerige dauw
druppels aan een web
ik veeg het uit mijn gezicht
dan hoor ik ze
chaotisch, luidkeels roepend
naar elkaar, ik zie
ze nauwelijks, te donkergrijze hemel
Melancholie met een hoofdletter
ik schiet vol, als altijd

bij het horen van trekvogels
de tranen doen mij denken aan jou
ik luister en tuur, ontroerd
een gevoel van ontluistering
tezamen met geluk
in de verte verstomd het geroep
in mijn hart niet

nooit


Nut

Ik keek naar beneden en zag een grote holte
ik zag gerafelde, bloederige randen
pus droop langs mijn benen
en ik besefte
nee, is wist
dat ik de leegte moest vullen
met alles dat kon helen
de lach van een kleinkind
zijn handje in de mijne
zijn (h)eerlijke antwoorden
de eerste zwaluwen en hommels
bomen vol bloesems
gesprekjes met jouw broer en zussen
eindeloze wandelingen tussen bomen
langs water en liggen in het gras
rennende kippen en die ene op schoot
ijsjes en dropjes en gezonde kost
zomer, herfst, winter
dutjes, oh dutjes met de hoop jou te zien
het afgesproken seintje van jou, oehoe
muziek en zinnen in een boek
de lol met E.
en boven alles, de liefde van
en voor iedereen

want als de holte leeg zou blijven
ik de kans niet zou hebben gegrepen
dan zou ik op een dag simpel terug gaan
naar de BRON
zieltogend, gebroken
kleiner
dan zou dit alles geen enkel nut hebben gehad