Wat zou ik doen
als jij mij zou bellen
zou ik opnemen
of niet durven
uit angst dat het verkeerd verbonden is
zou ik je stem herkennen
zou ik stil zijn en luisteren
naar jouw verhalen
zou ik vragen of je gelukkig bent
zou ik willen weten of je spijt hebt
en nog hier bij ons wilt zijn
zou ik zeggen dat ik je mis
zou ik huilen en stamelen
hoeveel ik van je hou
ik weet het niet
dus kom, proberen we het
de telefoon ligt naast mij
je weet vast mijn nummer nog
tot zo
Aan het einde
fantaseer ik jou
je staat er niet
een stervende vlinder
in het zand
is wat ik vind
vier kilometer
rust ze in mijn handpalm
tot thuis
niemand zou eenzaam
moeten sterven in een bos
De pot, ooit gevuld met snoep
staat naast jouw foto
soms open ik het deksel
steek mijn natgemaakte vingertop
uit en doop ze in de as, lik aan
wat er nog van jou over is
je smaak naar niets en
tegelijkertijd naar alles
je past in mijn koolhydraatbeperkt dieet
Hysterisch lachend wacht
jij op een
kans
en terwijl ik
murw
op de vloer lig
probeer jij je een weg te
vreten naar
mijn ziel
mijn zachte buikholte
zou geen partij moeten
zijn voor jouw stinkende
muil, dacht je
je had niet meer gerekend
op weerstand
nietwaar
en na mijn schaterlach
verdwijnt jouw vraatzucht
kermend
terug de schaduw in
Ik sta weer op