
In het eetcafe keek ik rond
mensen van allerlei allooi
dun en dik
sjofel of sjiek
nors of spontaan
ik had mijn vooroordelen
ik keek naar de buitenkant
en vond er wat van
tot ik ineens bedacht
dat in elk van die lijven
een hart klopt
toen pas zag ik de mens
in zijn geheel
en
wist
wij zijn allemaal hetzelfde