Tag: Tranen

Je bent wie je bleef

‘Jij bleef wie je bent’
die gedachte schiet door mijn hoofd
bij het zien van al die verklede
lui in vrolijke kleuren
als kind zei je
waarom moet ik mij verkleden

iemand anders zijn
ik ben toch gewoon ik?
op die foto van jou
die vreselijk harde foto
jij, in het zwart tussen al dat schemergroen
schilder ik de mooiste kleuren
en mijn tranen vormen een
regenboog

in de zon vandaag

terwijl ik schilder kom jij tot leven
kom jij tot mij
palet van liefde

je bent wie je bleef

Iets laat mij, tijdens het eten
op staan en naar buiten gaan

in de schemerige dauw
druppels aan een web
ik veeg het uit mijn gezicht
dan hoor ik ze
chaotisch, luidkeels roepend
naar elkaar, ik zie
ze nauwelijks, te donkergrijze hemel
Melancholie met een hoofdletter
ik schiet vol, als altijd

bij het horen van trekvogels
de tranen doen mij denken aan jou
ik luister en tuur, ontroerd
een gevoel van ontluistering
tezamen met geluk
in de verte verstomd het geroep
in mijn hart niet

nooit


Zou uit elke traan
een bloem ontspruiten
dan was de wereld zacht
al het asfalt en beton
elke ruïne, plein of snelweg
grindtuin en stortplaats begroeid
blauw wit roze paars
en voor de liefhebbers rood en geel
elke traan een prisma in de zon
een moment van keuze
vol uitdagingen voor kunstschilders
en kleuters met priegelvingertjes
bloemenkettingen vlechtend
en hippies met bloemen in het haar
corsages zonder bruiloftsfeest
dichterlijke vrijheden
vazen niet meer nodig
kijk naar buiten
daar wacht het leven
in een oceaan van kleur
uit elke traan een bloem
als een herinnering
liefde kan niet vergoten vergeten worden


Blij met een brede grijns
werd ik
en hevig jaloers
maar toch blij, zo dicht bij mij
niet helemaal, vandaar
je keek tevreden, geamuseerd
zag er goed uit
en had een groen geruite pet op
die past dan bij mijn jaloers zijn
groen van jaloezie
is het spreekwoord
zou je mij kunnen vertellen waarom
je niet in MIJN droom kwam
en wel in de zijne
tenslotte mis ik jou het meest
pleng ik de dagelijkse tranen
voor jou, om jou
het zal MIJN ego zijn
dat nukkig, als een ontevreden kind
stampend de trap op gaat

met deuren slaat
verdorie de snoeppot pakt
vergeef mij zoon

zo elke dag zonder jou
het zal denk ik nooit wennen.