geluidloos
fladderen vlinders
zoete balsem drinkend
ik kijk, ik voel, ik ben
in mij daalt een stilte neer
gracieus landt ze op mijn haar
bedekt het verscholen kind
met fluwelen vleugels
verzacht het hartzeer
alsof ze zegt
het komt goed
het is goed
vertrouw
jezelf
Aan het einde
fantaseer ik jou
je staat er niet
een stervende vlinder
in het zand
is wat ik vind
vier kilometer
rust ze in mijn handpalm
tot thuis
niemand zou eenzaam
moeten sterven in een bos
In het duister
jouw papieren vleugels
vertellend: hier ben ik
het straaltje licht
kleurt jouw oog goud
één tel maar
meer is niet nodig
om liefde te voelen
van jou, mijn zoon