Tag: Pijn

Ik Leef!

Na vier jaar en negen maanden precies vandaag ben ik helemaal versmolten met het feit dat Kjell niet langer bij me is in een aards lichaam. Dat betekent niet dat ik hem niet mis. Zijn slungelige lijf, zijn onhandige knuffels, zijn puberbuien. Hij is overal. Als ik aan het klungelen ben op de pc ‘hoor’ ik hem zeggen: mam! Het kan sneller en gemakkelijker! Als ik boodschappen ga doen, weet ik wat ik voor hem zou hebben meegenomen. Als ik ’s nachts wakker word, is het stil in huis, geen dreunende bas of getik op een toetsenbord. Geen “hoi!” bij thuiskomst, geen “tot straks!” bij het weggaan.
Maar als ik ga wandelen, laat hij me het wuivende gras zien, de heuvels met het felle zonlicht. Hij vangt het maanlicht voor me. Zijn energie is voelbaar in de wind en als ik huil weet ik dat mijn tranen worden opgevangen in het meer dat hij heeft gemaakt, het meer dat ik Kjell’s Oneindige Meer van Liefde heb genoemd. In elke jongeman zie ik hem. Grote ogen met lange wimpers, een brede scheve glimlach, paardenstaart, zwarte kleren en lange ‘piano’-vingers. De pijn die ik dan voel staat gelijk aan de liefde voor mijn kind.
Weet je, ik denk dat we twee keuzes hebben: of we stoppen met leven, alsof dat de enige overgebleven manier is. Of we beginnen te leven, samen met ons kind, in een andere vorm. Ja, fysiek is Kjell er niet meer. Zijn lichaam lag daar als een leeg omhulsel. Ik kon energetisch voelen dat zijn ziel niet langer in dat lichaam aanwezig was. Tegelijkertijd voelde ik dat zijn ziel bij me is, om nooit meer weg te gaan. Het kostte me een paar jaar om die andere vorm te scheppen. Mijn ego probeerde van alles. Tevergeefs. Mijn hart won. Ik Leef verder, ik geniet, ik heb plezier. Ik dans, ik zing, ik speel. En als dat Leven even niet lukt, omarm ik mijn grote verdriet. Dan mag ik schreeuwen, slaan, vloeken, schoppen. Dan mag ik stoppen met eten, me niet meer wassen of aankleden. Dat mag, want het grote verdriet is intenser en verwoestender dan velen beseffen. Het is soms alles verterend. Ik laat mezelf hooguit een dag of twee afglijden in de oneindige spelonken van ellende. Om daarna weer diep adem te halen en Kjell te bedanken dat hij bij me is gebleven tijdens mijn instorting. Hij weet waarom en hij weet ook dat ik er altijd voor kies om weer te Leven. “Blijf nieuwsgierig”, zei hij in zijn afscheidsbrief. Dat ben ik zeker van plan. Hij stopte zijn aardse leven, ik ben nooit van plan geweest het mijne te stoppen vanwege die beslissing. Er is tenslotte nog zoveel te zien en te doen voordat het tijd is om mijn lichaam te verlaten. Ik kijk ernaar uit om weer bij hem te zijn, maar ik heb geen haast. Totaal niet. Ik blijf lekker bij mijn andere kinderen, mijn kleinkinderen en E. Mijn zussen, vriendinnen en familie. Ik blijf omdat ik mijzelf ook liefheb. En het is hier veel te interessant. Ik Leef!

In jou zie ik diepe pijn
je ogen zijn omfloerst
in jou zie ik verdriet
vermomd in gelatenheid
in jou zie ik onbegrepen voelen
waardoor jij je afreageert

in jou zie ik wanhoop
over uitzichtloze situaties
in jou zie ik starende boosheid
jij woordeloos gemaakt kind
in jou zie ik onzichtbaarheid
zo bescherm jij jezelf
in jou zie ik het ongewenst voelen
terwijl jij zoveel te geven hebt
in jou zie ik oneindig wantrouwen

in hen waar je loyaal aan blijft
in jou zie ik het stille schreeuwen
omdat je niet gehoord wordt
in jou zie ik de aanpassing
om er alsjeblieft bij te horen
in jou zie ik onbegrip
waarom ik, waarom toch


Maar bovenal zie ik JOU in jou
in jullie
in mij
als een glimmende

nevelsteen

Wat ben je bijzonder
waardevol

Ik zie jou






Gebarsten kozijnen, morsige ramen
roerloos vergrauwde vitrage
waarachter ooit kinderstemmen
botsende autootjes, gerinkel van poppenservies
kamers ruikend naar honderd jaar
versleten gehaakte spreien
echo’s van opgewonden gekreun
verhitte gesprekken
galmend tegen vergeelde muren
craquelé spiegels waarin zij niet meer kijkt
der Sensenmann waart hier al rond
tast elke dag met zijn knokenvoet over de verschoten traploper
tot hij geroepen wordt, serieus geroepen wordt
in wanhoop en vraag om verlossing
zijn komst echt gewenst is
om de greep van ondraaglijke pijn te stoppen
door haar hart uit te rukken
zodat haar ziel naar huis kan



Het blijkt eigenlijk kinderlijk eenvoudig (vloekwoord naar keuze)
ik kan jouw keuze aanvaarden maar niet jouw nooit meer in dit leven
die wreedaard die op de loer ligt weet ik vaak te ontwijken om uiteindelijk
een keer uitgeput te zijn, dat is zijn kans en hij neemt hem, uiteraard
krijsende uithalen van verdriet en pijn zijn tenslotte het voedsel waar hij op teert

Hij trekt en hij snijdt, met woeste halen zwiep ik hem weg tot hij opgeeft
met fluisterende woorden en grijnzend wegkruipt: “tot de volgende keer”
ik snerp hem na dat hij op moet rotten, val kapot, ik wil je niet meer
hoor je mij, je bent een monster, een gedrocht uit de spelonken
je hoort in de duisternis thuis, niet bij mij in het licht

Mijn ogen sluiten zich, ik zie rode pulsaties en langzaam zak ik weg
in de vergetelheid waar ik weet dat mijn ziel zich verweeft met die van jou
jij zegt zacht dat je mijn verdriet begrijpt, mijn tomeloze boosheid en twijfel
mama, je mist mij, dat heet liefde, en ik heb jou ook lief, al ontelbare eeuwen lang
we zullen nooit lang zonder elkaar zijn, denk aan mij vanuit die liefde

Nodig hem uit mama, voor een diner dansant, voer hem hapjes van verdriet en woede
geef hem absint gemaakt van jouw zoute tranen, tot hij dronken is van genot en
dans met hem, pirouettes en tango’s, walsen tot je duizelig bent mama,
dansen met het monster is de lijm die jouw hart heelt en je toestaat
het corsage van veldbloemen te ruiken dat hij voor je mee nam, hij weet wat je mooi vindt

Ik zal hem vragen mijn kind, mij kleden in mijn mooiste jurk, schoenen met hakken
mijn haren opsteken zodat de lok van inkt te zien is achter mijn linkeroor
en berusten in de cadans, swingen tot ik erbij neerval, berusting nabij
wanneer hij tenslotte volgevreten en afgebrand zich uit de voeten maakt zal ik licht zijn
het licht, voor mijzelf, voor jou, zelfs voor hem, die danser uit de krochten